Buren Karim en Najat zijn anti-islam: ‘We schrokken van het briefje op onze voordeur’

WhatsApp Image 2025 05 11 at 131711jpg

Karim en Najat zijn al vijf jaar getrouwd. Kort na hun bruiloft trokken ze in een tussenwoning in een rustige wijk. Ze waren dolblij met hun eerste huis.

De straat was schoon, de buren links waren vriendelijk en het park was om de hoek. Een ideale plek om samen een toekomst op te bouwen.

De eerste weken gingen goed. Ze maakten kennis met de mensen in de straat. Links woonden Jan en Anja, een ouder stel dat meteen op de koffie kwam.

Aan de rechterkant woonden Kees en Ria, ook op leeftijd. Karim en Najat begroetten hen vriendelijk, maar kregen nauwelijks een knikje terug. In het begin dachten ze: Misschien zijn ze gewoon wat afstandelijk.

Maar al snel merkten ze dat er meer aan de hand was. Als Najat de voordeur uit liep met haar hoofddoek, keken Kees en Ria haar boos aan.

Ze mompelden dingen die Najat niet altijd kon verstaan, maar het voelde niet prettig. Ook als Karim op vrijdag naar de moskee ging, werd hij nageroepen.

“Ga jij maar bidden voor je b0mmen,” had Kees een keer geroepen. Karim was toen stil blijven staan, vol ongeloof.

Na een paar maanden begon het gedoe pas echt. Toen Najat op een dag thuiskwam van de supermarkt, trof ze een briefje op de voordeur.

Er stond op: Pas op, dit is Nederland, geen moslimland. Najat schrok en begon te huilen. Karim probeerde haar te troosten, maar voelde zich boos en machteloos.

Ze besloten het te negeren, in de hoop dat het zou stoppen. Maar dat deed het niet. Regelmatig vonden ze afval op hun stoep, alsof iemand expres vuilniszakken daar neerzette.

Soms werden hun planten uit de tuin getrokken. Eén keer werd er zelfs met eieren tegen hun raam gegooid. Ze gingen naar de politie, maar die kon weinig doen.

“We hebben geen bewijs dat het van uw buren komt,” kregen ze te horen. Karim voelde zich onbegrepen. Hij wilde geen ruzie, maar ook niet langer zwijgen.

De buren links, Jan en Anja, zagen ook wat er gebeurde. Zij spraken Karim en Najat aan. “Wat er gebeurt is niet goed,” zei Anja. “Maar weet dat wij achter jullie staan.” Dat gaf Karim en Najat een beetje moed.

Toch bleef de spanning. Als ze op een zomeravond buiten zaten, gingen Kees en Ria expres lawaai maken of zetten ze harde muziek op met schuttingtaal. Een keer riep Ria luid: “Ze horen hier niet thuis!”

Op een dag, na drie jaar van gedoe, besloot Najat dat het genoeg was. “Ik wil niet dat onze kinderen straks opgroeien met haat van naast de deur,” zei ze.

Ze gingen opnieuw naar de politie, dit keer met foto’s van het afval, filmpjes van de geluidsoverlast en een verslag van alle incidenten. Ze namen ook contact op met een buurtwerker.

De buurtwerker organiseerde een gesprek met meerdere bewoners uit de straat, inclusief Karim en Najat. Kees en Ria weigerden te komen.

Maar de andere buren spraken zich duidelijk uit: “Dit is niet wie wij willen zijn als buurt,” zei iemand. “Iedereen moet zich hier veilig kunnen voelen.”

De steun uit de wijk deed veel goed. Karim en Najat voelden zich eindelijk gehoord. Ze wisten dat het probleem met Kees en Ria misschien niet zomaar zou verdwijnen, maar ze stonden er niet meer alleen voor.

Een paar weken later kregen Kees en Ria een officiële waarschuwing van de woningcorporatie. Nog een klacht, en ze zouden maatregelen nemen.

Sindsdien is het stiller geworden. De haat is niet weg, maar het gedrag is minder geworden. Karim en Najat zijn nog steeds blij met hun huis.

“We blijven,” zegt Najat. “Niet omdat we geen andere keuze hebben, maar omdat we hier net zo goed thuishoren als ieder ander.”

auteur avatar
Mischa P.
Hoi. Ik ben Mischa P., altijd nieuwsgierig en vol vragen. Als onderzoeksjournalist duik ik diep in elk verhaal, op zoek naar de naakte waarheid. Dit artikel? Een klein stukje van mijn wereld, recht uit het hart.
Scroll naar boven